Hou de bandenspanning op niveau
Een belangrijk criterium voor het behoud van een goede conditie van uw autoband is de bandenspanning. Controleer daarom geregeld – en zeker voordat u uw banden voor het nieuwe seizoen in gebruik neemt – of deze op niveau is. Is dat niet het geval? Pas de bandenspanning dan direct aan naar het gewenste niveau.
Een goede bandenspanning vertraagt de gebruiksslijtage en zorgt hiermee voor een aanmerkelijk langere levensduur van uw zomerbanden. Zeker als u de spanning regelmatig controleert én aanpast. Alle auto’s zijn vanaf 2014 standaard uitgerust met direct TPMS. Dat betekent dat de bandenspanningssensoren standaard in de velgen zijn ingebouwd. Wel zo handig!
Vermijd waar mogelijk slijtage
Naast de bandenspanning zijn er meer zaken die u kunt controleren. Het is bijvoorbeeld een relatief kleine moeite om bij de controle ook meteen eventueel aanwezige slijtageplekken of afwijkingen in kaart te brengen. Plaats de auto op een vlakke ondergrond met aangetrokken handrem en draai het stuur in een hoek om een optimaal zicht te hebben op de te controleren banden.
De slijtage kan zich bevinden op plekken zoals het profiel (de diepte is dan duidelijk zichtbaar verminderd) of op de wang van de band. Doorrijden is in dat geval niet verstandig. U kunt slijtage waar mogelijk voorkomen door er in uw rijgedrag rekening mee te houden. Probeer het schaven langs stoepranden bijvoorbeeld te vermijden en hanteer in zijn algemeenheid een verstandige rijstijl.
Tip 1: Check de conditie van de banden
Hoe ziet de velgrand eruit? Ingedeukt? Of zie je zwellingen? Vervang direct je band.
Tip 2: Check de bandenspanning
Wat je ook doet met de bandenspanning, zorg er in ieder geval voor dat de banden op dezelfde as dezelfde spanning hebben. Mocht je met zware belasting moeten rijden of een lange rit voor de boeg hebben, verhoog dan de spanning met 0,2-0,3 bar. Zorg er wel voor dat de spanning na die rit weer op de normale stand wordt gezet.
Tip 3: Hoe zit het met je profiel?
De profieldiepte van je banden moet minimaal 1,6mm zijn. Wanneer het hard regent en plassen op de weg liggen zit je met zo’n dun profiel aan de onveilige kant. 2,5-3,0mm is daarom een veiligere ondergrens voor de profieldiepte.
Tip 4: Check waar je banden slijten
Slijten je banden gelijkmatig, of is de ene band meer versleten dan de andere? Banden moeten gelijkmatig slijten. Zo niet, dan is wellicht je bandenspanning niet goed. Ook de wielstanden kunnen verkeerd zijn gaan staan. Laat je auto rondom uitlijnen, dan kun je weer veilig de weg op.
Tip 5: Houd je oren open tijdens het rijden
Hoor je iets tikken tijdens het rijden neemt dit toe wanneer je harder gaat? Grote kans dat je een kiezeltje of iets scherps in je band hebt hangen. Verwijder dit snel, zodat je er geen schade door krijgt.
bandenspanning sensoren
Sinds 2014 zijn autofabrikanten verplicht al hun modellen uit te rusten met ‘direct TPMS’. Dat staat voor het nieuwste Tyre Pressure Monitoring System. Dit systeem is gebaseerd op bandenspanning sensoren die standaard in de velgen zijn ingebouwd. Dit is geregeld bij Europese wetgeving en bedoeld om de veiligheid op de weg te vergroten en het gebruik van brandstof terug te dringen.
Op het principe achter het verplichten van ‘direct TPMS’ valt weinig af te dingen. Een juiste bandenspanning, we kunnen er niet genoeg op hameren, draagt bij aan uw veiligheid. Bovendien verbruikt u inderdaad minder brandstof en slijten uw banden minder snel. Dankzij de sensoren in alle wielen weet u automatisch dat de spanning van uw banden in orde is. Zo niet, dan gaat er in uw display direct een waarschuwingslampje knipperen. Handmatige spanningscontrole is dus niet meer nodig.